Leveringscontract afgesloten door minderjarige

Een hulpverlener dient een klacht in namens een jonge cliënt die met een hoge energiefactuur wordt geconfronteerd. Hij wijst de energieleverancier erop dat de cliënt het energieleveringscontract heeft afgesloten op een moment dat deze nog minder­jarig was (zij het slechts een maand voor diens meerderjarigheid), wat volgens hem niet kan.

Eingreifen des ombudsmann: 

Krachtens de wet zijn minderjarigen inderdaad onbekwaam om contracten aan te gaan. Nochtans is die regel in de praktijk geenszins zo drastisch als de formulering mag laten uitschijnen, maar dient die te worden opgevat als een beschermingsmaatregel voor de minderjarige zelf. Voor de rechtspraktijk is een contract dat door een minderjarige met onderscheidingsvermogen werd afgesloten, niet per definitie nietig en kan het wel degelijk rechtsgevolgen hebben.

De regel is dan ook dat wanneer een minderjarige, voor zover die voldoende “onderscheidingsvermogen” heeft, alleen (zonder tussenkomst van zijn wettelijk vertegenwoordiger) een overeenkomst heeft aangegaan, hij daarvan de nietigheid kan inroepen in geval van “eenvoudige benadeling”. Om dat laatste te beoordelen moet de situatie van de minderjarige worden bekeken. Zo kan er bijvoorbeeld sprake zijn van benadeling wanneer de minderjarige, door het contract te sluiten, zichzelf heeft benadeeld doordat hij te hoge kosten heeft aangegaan in verhouding tot zijn vermogenstoestand.

Voor deze klacht stelde zich het probleem dat de energieklant zijn verbintenis na zijn meerderjarigheid heeft bekrachtigd, zodat deze de nietigverklaring niet meer kan vorderen.